Een verhaal dat na het lezen onder je huid gaat zitten
Bijna zeventig jaar na de Tweede Wereldoorlog wordt er nog altijd veel geschreven over de Holocaust. De wijze waarop jeugdauteur Aline Sax en illustrator Caryl Strzelecki de Jodenvervolging in De kleuren van het Getto voor jonge lezers neerzetten, getuigt niet alleen van groot vakmanschap, maar dwingt tevens respect af. Hun uitgave kreeg de vorm van een graphic novel. Dat lijkt een prima zet, want de striproman mag zich vooral ook onder de jeugd verheugen in een toenemende mate van belangstelling.
De joodse Misja groeit op in de Poolse hoofdstad Warschau. Hij maakt mee hoe in oktober 1940 het stadsdeel waarin hij met zijn familie woont, wordt omgevormd tot getto. Alle Joden uit de stad en omgeving worden opgehokt. Ziektes, honger en deportaties roeien de bevolking langzaam uit. Op een dag merkt Misja op de muur een parkiet op. Te midden van de grauwheid van het getto steekt de vogel met al zijn kleuren schril af tegen zijn omgeving.
De parkiet keek me aan. ‘Ik hoor hier niet. En jij ook niet,’ leek hij me te zeggen. Hij spreidde zijn vleugels en vloog over de muur. Weg.
Misja vraagt zich af of hij net als de vogel ook de vrijheid tegemoet kan vliegen. Via het riool lukt het hem het getto te verlaten. Aan de andere zijde van de muur steelt hij voedsel voor zijn familie. De heimelijke uitstapjes echter blijven niet onopgemerkt en de nazi’s houden het ondergrondse rioolstelsel voortaan scherp in de gaten. De situatie wordt steeds nijpender. Janina – Misja’s zus – keert na een nachtelijk uitstapje, net als de parkiet, niet meer terug. De ontmoeting met de rebelse Mordechai Anielewicz zorgt voor een ommekeer. Misja wil niet langer lijdzaam toezien en berusten. Hij sluit zich aan bij het ondergrondse verzet. Vanuit de commandobunker in de Milastraat worden in het diepste geheim acties voorbereid tegen de nazi’s. Zodra bekend wordt dat het getto ter gelegenheid van Hitlers verjaardag zal worden ontruimd, bereidt Mordechai zijn kameraden voor op het onvermijdelijke.
‘De overmacht is te groot. We strijden om onze eer. Er zijn twee manieren om te sterven: de waardige dood in het gevecht of weerloos voor een executiepeloton of in de gaskamers.’
In de strijd die volgt, komen vrijwel alle verzetstrijders om het leven. Een moegestreden en lamgeslagen Misja is ten einde raad. Hij zakt ineen tegen de achtergevel van een kapot geschoten huis en bereidt zich voor op de dood. Fromka, een medestander uit het verzet, haalt hem over om te vluchten.
‘De anderen zijn niet voor niets gestorven. We moeten een uitweg vinden en iedereen over hen vertellen.’
Vanaf de plek waar hij de parkiet voor het eerst had gezien vliegt Misja samen met Fromka door het riool het getto uit.
De kleuren van het getto is een verhaal dat na het lezen onder je huid gaat zitten, niet alleen vanwege het dramatische onderwerp, maar vooral ook door de indringende, levensechte manier waarop de hoofdpersoon wordt geportretteerd. Je voelt zijn machteloze woede en net als Misja besef je dat het uiteindelijk allemaal niet voor niets mag zijn. De vermoorde Joden in Warschau hebben recht op een gezicht. Hun geschiedenis moet verteld worden, ook zeven decennia na dato.
De chemie tussen Sax en Strzelecki is van een zeldzame orde. De krachtige, steeds weer trefzekere illustraties vullen de poëtische teksten op zo’n vanzelfsprekende manier aan dat je haast vergeet een beeldroman in handen te hebben. De verschijning van de parkiet vormt een enorme tegenstelling met de somberheid en grauwheid van het bestaan in het getto. Niet voor niets werd de bundel geheel gedrukt in zwart-wit. Het vrolijke, speelse dier staat symbool voor de vrijheid en herinnert Misja aan een leven zonder uitbuiting en onderdrukking. Ik vraag me af of de makers en de uitgever voor een moment hebben overwogen de tropische vogel af te beelden in al zijn originele kleurenpracht (p. 44). Het had het contrast nog meer zeggingskracht gegeven.
Ik zou zeggen: zeer de moeite waard voor lezers van twaalf jaar en ouder!
Rob van Veen – www.eenboekjeopen.nl
♦♦♦
In De Leeswelp van oktober 2011 besteedde Lien Devos uitgebreid aandacht aan De kleuren van het getto. Klik hier voor haar twee bladzijden tellende recensie.
♦♦♦
Verhalen uit de goot
De kleuren van het getto van historica Aline Sax en illustrator Caryl Strzelecki is een boek over de opstand in het Joodse getto van Warschau in 1943. De achterflap vermeldt dat het hier gaat om een graphic novel voor jongeren vanaf 15 jaar. Een cynische lezer zou hierbij kunnen denken dat het om een didactisch stripje gaat. Die lezer zou het echter mis hebben: De kleuren van het getto is niet kinderachtig, en is het eigenlijk wel een strip?
Hoofdpersoon Misja is een Joodse jongeman die zijn wereld dramatisch ziet instorten wanneer de Duitsers Polen binnenvallen. De wijk in Warschau waar hij woont wordt ommuurd en verandert in een getto waar alle Joden uit de omgeving worden opgesloten. In eerste instantie overheerst woede bij Misja, vooral ook jegens de medebewoners van het getto die de vernederingen, de terreur en de uithongering lijdzaam lijken te ondergaan. Om zijn ouders en jongere zus van voedsel te voorzien, en als daad van stil verzet, gaat hij smokkelen. Wanneer hij echter ziet hoe twee medesmokkelaars levend verbrand worden krijgt de angst die het getto teistert ook hem in zijn macht.
Pas wanneer de massale deportaties uit het getto beginnen en men begint door te krijgen dat iedereen vernietigd zal worden, weet Misja zijn angst te overwinnen. Hij sluit zich aan bij een groep opstandelingen. Het kleine groepje slecht bewapende strijders weet zelf ook wel dat ze geen schijn van kans maken, het is dan ook geen strijd om te overleven maar om eervol te sterven, ‘voor de ogen van de wereld.’ Hoewel de veldslag verrassend lang stand houdt laat de uitslag zich raden.
Aangezien we met een boek voor jongvolwassenen te maken hebben zijn er concessies gedaan aan de jeugdigheid van de lezer. Het plot is redelijk simpel: een niet heel uitgebreid gekarakteriseerde jongeman overwint zijn angst en vecht tegen een groot onrecht. Het heeft zelfs een min of meer happy end. Simplistisch is het echter niet. Misja is bepaald geen clichématige held: hij is een bange jongen, zo bang dat, wanneer zijn zusje niet terugkeert van een smokkelronde, hij niets doet. Zijn angst voor de bezetter is groter dan zijn bezorgdheid om zijn zusje. Daarnaast schuwen de auteurs er niet voor om de negatieve consequenties van het heldhaftige verzet te tonen: onschuldige burgers worden vermoord als vergelding voor de opstand. Qua ambiguïteit en complexiteit steekt dit jeugdboek menig WO II-verfilming de loef af.
Hoewel De kleuren van het getto een graphic novel genoemd wordt doet het meer denken aan een traditioneel geïllustreerd boek: tekst en beeld zijn netjes van elkaar gescheiden en de tekst is opgemaakt in een kader dat even groot is als de illustratie op de tegenoverliggende pagina. Dit heeft als resultaat dat de tekst onderbroken gepresenteerd wordt, met erg veel witruimte eromheen. Dit is niet uniek bij een geïllustreerd boek, maar wat De kleuren van het getto bijzonder maakt is het feit dat die witruimte als poëtisch instrument wordt ingezet. Een zin als ‘Nog nooit had ik me zo Joods gevoeld’ krijgt een veel sterkere dramatische impact wanneer hij eenzaam op een pagina staat.
Het meest indrukwekkende gebruik van leegte op de bladzijde is de scène waarin Misja tevergeefs wacht op de terugkeer van zijn jonge zusje. ‘Tot die dag dat ik wachtte… en wachtte… onrustig wachtte… ineengezakt tegen een gevel bleef wachten… misselijk wachtte… en niet meer durfde op te staan’ wordt uitgerekt over zeven pagina’s, slechts een daarvan met illustratie. De leegte van de bladzijde suggereert niet alleen de tijd die verstrijkt, het maakt Misja’s stijgende wanhoop pijnlijk voelbaar.
Tekst en beeld vullen elkaar wonderwel aan in dit boek. Strzelecki’s illustraties zijn smaakvol, ingetogen. Nergens wordt hij didactisch of te expliciet; de beelden voegen vooral atmosfeer toe en zorgen voor een adempauze wanneer de tekst te beklemmend wordt. Wanneer de tekst verhaalt van de gruwelijke afslachting van een moeder en haar baby toont het beeld een donkere straat met een paar silhouetten en een kinderwagen. Meer is ook niet nodig: schrijfster Sax is in haar taal al beeldend genoeg. Zinnen als ‘Als vuil water stroomden ze de mond en neusgaten van het getto binnen’ behoeven ook geen beeld.
In eerste instantie zou je denken dat ‘graphic novel’ niet de juiste term is voor dit boek: striptechnieken als tekstballonnen of sequentiële beelden ontbreken immers nagenoeg. Het maakt echter wel gebruik van een ander aspect van de strip: de witruimte tussen de stripkaders. Volgens striptheoreticus Scott McCloud is de ‘goot’ tussen twee opeenvolgende beelden een van de meest onderscheidende kenmerken van dit medium. Dit is namelijk het punt waar de lezer zelf verbanden moet leggen. Het zelf moeten overbruggen van die goot is een van de dingen die het lezen van strips een unieke ervaring maken. Sax en Strzelecki rekken deze goot op tot het allesoverheersend wordt. Het getto wordt een grote goot die de lezer dwingt tot invulling en interpretatie. De virtuoze manier waarop Sax en Strzelecki de lezer sturen, en de naadloze aansluiting van tekst en beeld maken dit niet alleen tot een graphic novel, het is ook nog eens een geslaagde graphic novel.
Remco Wetzels, Recensieweb
♦♦♦
We kunnen niet blijven toekijken
De kleuren van het getto is een graphic novel (beeldroman) over de opstand van de joden in het getto van Warschau tijdens Wereldoorlog II. In een suggestieve staccatostijl en frappante grijsblauw getinte beelden rapporteren auteur Aline Sax en illustrator Caryl Strzelecki over de moedige strijd van de joodse Mischa. Na de eerste wanhoop probeert die in het verzet de mensheid te alarmeren. De tekst, gebaseerd op waargebeurde feiten, vormt een geheel met de trieste en pijnlijke tekeningen. Dit bijzonder smaakvol uitgegeven boek is een schrijnende ode aan de strijdbaarheid en de moed van onderdrukten. Bij het verhaal hoort een reizende tentoonstelling plus een educatieve map voor de tweede en derde graad secundair onderwijs.
Jet Marchau, Kerk en Leven, 9 november 2011
♦♦♦
De kleuren van het getto
De Joodse Misja leeft met zijn zus en ouders in een getto in Warschau. Eén na één sterven er dagelijks mensen aan ziektes, deportaties en hongersnood, ook zijn familie. Hij doet zijn uiterste best om iedereen in leven te houden, gaat zelfs eten smokkelen via de riool. Maar het is tevergeefs. Misja is vastbesloten: samen met een paar lotgenoten komt hij in opstand. Maar de soldaten blijven terugkomen en moorden uiteindelijk iedereen uit, ook Misja “vliegt weg uit het getto”, zo staat het einde toch cryptisch omschreven. Doorheen het verhaal lees je ook al hoe hij telkens een felkleurige parkiet ziet in een stad vol grauwheid, en hoe hij dan droomt over wegvliegen.
Deze korte samenvatting bevat zowat alle gebeurtenissen in het verhaal; het is dan ook vrij van overbodige opsmuk, enkel de essentie blijft over. Het rauwe verhaal van de Joden tijdens de tweede wereldoorlog werd op een pijnlijk realistische manier beschreven in deze graphic novel. Ook gruwelijke details worden niet geschuwd. De tekeningen van Caryl Strzelecki zijn sober in blauw en wit, maar echter dan echt. De roman wordt aangeraden voor jongeren vanaf zestien jaar en wordt ook geleverd met een lesmap. Het is een sterk verhaal, dat nooit overdreven sensationeel wordt.
Magali Haesendonck, Pluizer
♦♦♦
Getto ****
Voor wie zijn genreaanduidingen graag klaar en duidelijk heeft: De kleuren van het getto is geen graphic novel, ook al staat dat op de cover. Geen tekstballon te bekennen in dit boek: tekst en beeld zijn netjes gescheiden. Wat is het dan wel? Een jeugdroman voor lezers vanaf vijftien jaar met veel illustraties. Daarbij werd veel aandacht en zorg besteed aan de plaatsing van zowel tekst als beeld, veel meer dan bij een gewoon jeugdboek. Dus toch een graphic novel? Nee. De kleuren van het getto is een boek voor jonge lezers over de opstand in het getto van Warschau tijdens de Tweede Wereldoorlog. De tekst is uitstekend, maar het zijn toch vooral de tekeningen van Caryl Strzelecki die grote indruk maken. Wat een geweldige tekenaar. Hij zou eens een graphic novel moeten maken.
Toon Horsten, Standaard der Letteren, 16 december 2011.
♦♦♦
De kleuren van het getto
Sobere, eenvoudige zwart-wit tekeningen en lapjes tekst. Meer heeft ‘De kleuren van het Getto’ niet nodig om je als lezer bij het nekvel te grijpen en je 150 pagina’s lang te boeien. Het verhaal speelt zich af tijdens de Tweede Wereldoorlog, een periode waarin de Nazi’s Joden, zigeuners, homo’s en andersdenkenden vervolgden. Vooral in Polen, waar bijzonder veel Joden woonden, waren de vervolgingen fel. Zo werden heel wat Joden naar het getto van Warschau verbannen tot ze naar de concentratiekampen gedeporteerd konden worden. En in dat getto leer je Misja kennen, een zestienjarige jongen die samen met zijn ouders, zijn zus en vele andere Joden het schrikbewind van de Nazi’s ondergaat. Maar Misja snapt niet waarom niemand zich durft te verzetten. Dus wanneer er geruchten over massavernietiging en gaskamers aan de oppervlakte komen, neemt hij het heft in eigen handen en revolteert hij door zich aan te sluiten bij enkele opstandelingen uit het getto. De tekst van Aline Sax is soms wat banaal en niet subtiel genoeg. Een pijnlijk thema zoals de Holocaust, moet je genuanceerd aanpakken, en dat is niet altijd het geval. Toch is de tekst meestal erg sterk en to the point. Maar het zijn de magistrale tekeningen van Caryl Strzelecki die de show stelen. Simpel, zonder kleur of overbodige versiersels. Op een aangrijpende manier tonen ze de wanhoop en het verdriet van de personages. ‘De kleuren van het getto’ is een ontroerend boek. Vrolijk word je er niet van, maar het beroert je hart.
Jelle Dehaen, Mijn Leuven
♦♦♦
De kleuren van het getto
Het boek gaat over Misja, een joodse jongen in Warschau ten tijde van de Tweede Wereldoorlog. Zijn gewone leven wordt serieus verstoord wanneer de Duitsers Warschau binnenvallen. Alles verandert en Misja vertelt ons over wat er rond zich allemaal gebeurt. Hoe het begon met pesterijen. Hoe hun rechten afgenomen worden, hun huis, hun bezittingen. Hoe mensen opgepakt worden en verdwijnen. De lezer wordt daarbij niet gespaard van enkele gruwelijke dingen.
Het verhaal speelt zich volledig af in het getto. Misja’s gezin heeft geen eten of geld meer. Misja wil helpen en gaat daarom smokkelen via het riool. Wanneer zijn zusje merkt dat Misja zo aan hun eten komt, wil zij helpen. Misja wil zijn zus niet bij deze gevaarlijke praktijken betrekken, maar ze luistert niet en smokkelt mee. Tot ze op een dag niet meer terugkeert…
Misja sluit zich aan bij het verzet en probeert zo mee te helpen in de strijd tegen de Duitsers, maar ook dit verloopt niet vlot. Misja komt voor een moeilijke keuze te staan. Vluchten en leven, of blijven en waarschijnlijk sterven?
Dit verhaal zou een dagboek kunnen zijn. Het is geen ‘mooi uitgeschreven verhaal’, maar een opeenvolging van feiten, voorbeelden, gedachten en gevoelens. Alles wordt verteld vanuit het standpunt van Misja. Hij beschrijft wat er gebeurt, hoe bang hij is, wat hij ziet. Het komt erg persoonlijk op de lezer af, waardoor hij net als Misja midden in de Jodenvervolging zit.
Het verhaal leest vlot, je werkt je zo door de 171 pagina’s heen. Het is pakkend en tegelijk spannend, het drijft je om verder te lezen, je wilt weten wat er gaat gebeuren en hoe het afloopt.
Voor jonge lezers ontbreekt misschien voldoende context en voorgeschiedenis. Je moet bijvoorbeeld al weten wat een getto is en wat er zich precies heeft afgespeeld tijdens de Tweede Wereldoorlog. Maar daarvoor kan een ander boek van Aline Sax een mooie inleiding bieding. In De laatste reis vertelt ze kort wat er in de Tweede Wereldoorlog is gebeurd.
Het verhaal wordt in het boek vergezeld van sobere inkttekeningen, die in zwart-wit goed weergeven wat er gebeurt. Ze vullen het verhaal aan door gebeurtenissen af te beelden die zich in de rand van de belevenissen van Misja afspelen en niet letterlijk worden beschreven. Ze stimuleren het ruimere denken en de inbeelding en inleving van de lezer. Er wordt gespeeld met tekst en beeld. Soms heeft het boek iets weg van een voorleesverhaal of tekst om voor te dragen. Zo staat er op een pagina wel eens maar één zin of één woord. Alsof de auteur de lezer erbij doet stilstaan en het dieper wil laten doordringen. Ook de Jodensterren op de kaft staan symbool voor wat Misja en zijn volk doormaken.
Het boek leent zich erg goed om mee te werken in klasverband. In een les geschiedenis over de Wereldoorlogen kan er zo over het topic gepraat worden aan de hand van wat het personage meemaakt en wat de gevolgen waren van de oorlog, voor het Joodse volk, maar ook voor het Duitse volk, en de rest van de wereld. Illustraties zouden dan kunnen worden uitvergroot en/of geprojecteerd in een verduisterd lokaal. Met de juiste stemexpressie en stiltes kan er een ingetogen maar knappe voordracht verzorgd worden over het onderwerp. Eventueel zou er muziek bij gespeeld kunnen worden (bv. uit de soundtack van Schindler’s List).
Het boek en dergelijke voordracht nemen je meteen mee naar 1942. Door de woordkeuze/schrijfstijl van de auteur waan je je als lezer meteen in Misja’s wereld en je kunt je sterk inleven in de gebeurtenissen, zijn gedachten en gevoelens. Je wordt net als het personage ook boos, je schrikt, je voelt met hem mee. En daarbij maakt de auteur duidelijk dat je voor een goed verhaal ook met weinig woorden kan werken. Tekst en beeld spreken tot de gevoelens en verbeelding van de lezer, en doet elkeen inzien dat dergelijke verwoestende oorlog en gruwelijkheden nooit meer zouden mogen gebeuren.
Renate Theunissen, Lees-wijzer
♦♦♦