Ik ben geboren op 20 maart 1984 en woon in Antwerpen. Voordat ik kon schrijven, verzon ik al verhaaltjes en sprak die in op cassette. Toen ik eindelijk in het eerste leerjaar zat, ging een wonderlijke wereld van lettertjes en schriften open. Ze werden goede vrienden voor de volgende héél veel jaren. Ik schreef vooral, in navolging van mijn favoriete genres toen, griezel- en horrorverhalen. Heksen, zombies, vampiers, weerwolven en volle maan.
Later leerde ik de historische jeugdromans van Thea Beckman, Jan Terlouw, Paul Kustermans, … kennen. Het verleden fascineerde me. En dat manifesteerde zich zowel in mijn verhalen als in mijn studies. Mijn griezelverhalen werden historische verhalen en op mijn vijftiende schreef ik mijn eerste boek, Mist over het strand, dat in 2001 werd uitgegeven bij Uitgeverij Clavis.
Op school waren mijn lievelingsvakken geschiedenis en Latijn. Ik was geboeid door de verhalen over hoe mensen vroeger leefden en hield ervan om door het ontcijferen van teksten de Romeinse geschiedenis en cultuur steeds beter te leren kennen.
In 2002 ging ik geschiedenis studeren aan de Universiteit Antwerpen, waar ik nog meer ondergedompeld werd in het verleden en leerde hoe je écht historisch onderzoek deed. Dat kon ik natuurlijk goed gebruiken voor mijn boeken!
De microbe van het historisch onderzoek kreeg me stevig te pakken en na mijn studies, begon ik aan mijn doctoraat over de Tweede Wereldoorlog, dat ik in 2012 voltooide. Het werd gepubliceerd als ‘Voor Vlaanderen, Volk en Führer’. Daarna gaf ik les aan de universiteiten van Gent en Antwerpen. Momenteel ben ik coördinator van het historisch projectbureau Geheugen Collectief en doceer in het vak Publieksgeschiedenis aan de Universiteit Antwerpen.
Ik hou van het wroeten in het verleden, zowel voor Geheugen Collectief als voor mijn boeken. De mensen van toen en hun wereld terug tot leven kunnen brengen, vind ik ontzettend intrigerend.
Niet alleen het verleden intrigeert me, ook taal prikkelt me. Daarom besloot ik na mijn geschiedenisstudies nog voor vertaler Duits en Engels te studeren. Zo krijg ik af en toe ook mooie buitenlandse boeken ter vertaling op mijn werktafel.
… schrijven … of preciezer: geschreven hebben. Schrijven is zwoegen en zweten en nooit tevreden zijn, maar het voldane gevoel van een voltooid hoofdstuk of een goede paragraaf is onbeschrijflijk.
… lezen … een boek om lekker in weg te kruipen. Ik lees graag onder een dekentje, in de tuin of op de trein.
… bij een kampvuur zitten … Ik kan er uren in staren
… ontbijten … lekker uitgebreid met spek, eieren, vers sinaasappelsap, corn flakes, thee, ‘Boerinnekes’choco
… douchen … onder de douche krijg ik de meeste ideeën
… de geur van boeken … vooral de geur van verse inkt en van blinkende bladen zoals in fotoboeken
… een heel hevig onweer … hevige donderslagen, felle bliksemschichten, stortregen… en dan lekker binnen zitten
… oude foto’s … vergeeld, gekartelde randjes, mét mensen erop natuurlijk
… zolders … waarop allerlei mysterieuze dingen te ontdekken zijn
… filmmuziek … van Max Richter, Michael Kamen, John Williams, Yann Tiersen, Philip Glass, …
… Normandië … de landingsstranden, de bunkers; de hele sfeer van de Tweede Wereldoorlog die daar hangt
… Berlijn … zoveel geschiedenis in één stad is bijna oneerlijk
… thee … in een grote tas, groene thee, zwarte thee, witte thee, … liefst met een zoete toets
… bergen … winter, herfst, lente, zomer, skiën, wandelen, klimmen. Geen plek waar ik liever vertoef dan in de onmetelijkheid van de bergen.
… mijn man en mijn dochtertje … melig of cliché? Ik zou niet zonder hen kunnen!
… opengeplooide boeken …
een boek moet maagdelijk blijven; geen ezelsoren, omgeplooide kaften, onderlijnde secties of gebroken ruggen
… de stilte verbreken …
gewoon kunnen zwijgen met mensen is veel waard
… mensenmassa's …
festivals, drukke winkelstraten of luide dancings zijn niks voor mij
… croissants …